Mijn vriendin die huisarts is, vertelt me vaak haar verhalen. Natuurlijk nu vaak over Corona. Ze heeft veel mensen snel ziek zien worden en sterven, vooral in het begin. Zelf ook bang, ondanks de ‘verpakking’ waarin ze zichzelf probeerde te beschermen.

Nu de vaccinaties er zijn, heeft ze een bijbaan genomen bij de GGD. Na het verdriet en de frustratie van het begin: ik zie hoe helend het voor haar is nu ze  deze energie van pijn nu eindelijk kan omzetten in actie. Nu alsnog levens te kunnen redden.

En ze vertelt me over wat ze in dit werk ontmoet: prikangst.

Mijn vriendin zegt: “Het is volkomen irrationeel, argumenten werken niet”. En: “Wat ik doe is naar ze luisteren, ze vragen hoe ze het prikken zelf zouden willen. Bijvoorbeeld liggend prikken, of dat ik het zelf bij hen doe? Zo snel mogelijk?”

Mijn vriendin is eigenlijk een externe begeleider voor een angstig persoon. Precies wat iemand dan nodig heeft. Gezien worden, geholpen worden, en zoveel mogelijk de regie terug krijgen.

Ze weet ook: prikangst is niet rationeel. Het is een angst ergens diep in iemands psyche (en lichaam). Het heeft misschien te maken met eerdere ervaringen, bijvoorbeeld toen iemand probeerde je pijn te doen. Of je grenzen over ging. Dat je ervoer of dacht dat iemand je wilde beschadigen of binnendringen (letterlijk of misschien figuurlijk, energetisch). Zo’n naald is letterlijk een binnendringer. Zo’n vaccin ook. Mensen die het aanraden misschien ook. En allemaal zijn ze wellicht niet te vertrouwen, omdat eerdere ervaringen jouw ervaringen in het heden hebben gekleurd. Dan kan het zo lastig zijn om echt te bepalen wat je wilt of niet, wat je durft of niet.

Ik wil hier graag wijzen op het boek van Janina Fisher*. Op een briljante manier legt ze uit hoe jij en een ander (je therapeut, je partner, je vrienden) kunnen herkennen dat er een ‘deel van jou’ heel erg bang is. Of heel erg boos. Of zich steeds wil verstoppen of opgeven. Maar dat dit eigenlijk delen van jezelf zijn die nog reageren op de wereld alsof je jonger bent. Toen je de leeftijd had dat je deze manieren van voelen, zijn en reageren nodig had om te overleven in een omgeving die jou niet voldoende kon ondersteunen. Of ronduit schadelijk voor je was. Dit waren briljante oplossingen van je jongere zelf, en je zou jezelf er eigenlijk retrospectief een medaille voor moeten geven!

Fisher noemt deze delen de ‘traumagerelateerde delen van de persoonlijkheid’. Zo benoemt ze een vechtdeel, vluchtdeel, bevriezend deel, onderwerpend deel en hulproepend deel. Deze delen hebben je ooit geholpen om zo normaal mogelijk door te kunnen leven en je te helpen te kunnen bestaan. Ondanks alles blijheid te kunnen blijven ervaren, en kracht.

Maar Janina Fisher beschrijft ook dat deze delen heel krachtig kunnen terugkomen, als je getriggerd wordt door een gebeurtenis in je leven. Zoals een Corona crisis. Of een overheid die wil dat je je laat vaccineren. Een naald die in je arm komt.

Dan is het zaak om je interne begeleider op te roepen. Die tegen jezelf zegt: ik zie jou, ik zie dat je het moeilijk hebt. Laten we het samen doen, ik help je als je die prik moet krijgen. En weet je, de mensen die de prik gaan geven, zijn niet gevaarlijk. En ze vinden het niet raar dat je bang bent. Misschien kan ik je ook helpen te zien, ondanks je angstige ogen, dat ze je wel begrijpen en je juist proberen te helpen.

In de Boeddhistische traditie zijn er veel verhalen. En wordt het zien van deze ‘delen’ van jezelf in het volgende verhaal verteld:

De Boeddha -die probeerde zo wijs mogelijk te worden- ontmoette op zijn weg naar wijsheid telkens van dit soort delen bij zichzelf. Hij noemde dat ‘Mara komt me weer bezoeken’. Mara was een naam voor de innerlijke psychologische demonen die je altijd weer lastig komen vallen en je leven proberen te laten leiden zoals zij het willen. Maar Boeddha zei dan tegen zichzelf: laat ik Mara op de thee uitnodigen. Hij zette dan dat deel tegenover zichzelf. Bleef rustig. Mindful, oplettend. Bood Mara wat thee aan zodat Mara zich even wat langer liet bekijken. Misschien, als het prikangst zou zijn, zou hij Mara zien met grote ogen, verstijfd, of met een uitgestoken afwerende hand om zich te beschermen tegen de prik. En hij zou zeggen: “Ik zie je, Mara. Ik hou van je. Ik help je. Ik geef je wat warme thee te drinken. Je hoort bij mij, maar ik ben nu ouder en wijzer. De wereld is niet altijd meer zoals jij dacht. Kom maar bij mij, we doen het samen”.

Soms is mijn vriendin die huisarts is en bij de GGD ook nog vaccinaties begeleidt, dood- en doodmoe in de avond. Soms is ze ook ineens moedeloos, ten opzichte van de grote ramp die Corona is voor veel van haar patiënten. En daarna voelt ze weer een drang om nog meer te doen. Dan nodigt zij ook ‘Mara’ bij zichzelf uit op de thee. En ze zegt:  “Ik zie je, jij die wil vechten voor levens. Jij die denkt dat je door moet vechten tot je er zelf bij neervalt. Ik zie je en ik zeg je dat je het goed genoeg doet. Dat je misschien toen je jong was ook al zo hard moest vechten, om de wereld te verbeteren voor anderen en jezelf. Je mag nu weer even rusten. Ik help je om te rusten. Je doet genoeg. Stop maar even. Je hoeft niet bang te zijn om te stoppen. Ik ben bij je. Je oudere, wijze en liefhebbende zelf”.

Zelf moet ik Mara ook voortdurend uitnodigen op de thee. Om mezelf niet door haar te laten overnemen. Ik had zelf ooit ook veel ‘stopangst’. Uiteindelijk leidde dit tot een burn-out in het vak van neuroloog.

Inmiddels weet ik beter hoe ik met mijn vroegere ‘zelven’, ofwel ‘traumagerelateerde persoonlijkheidsdelen’ ofwel ‘Mara’s’ moet omgaan. Maar het is een levenslange beoefening waar veel liefde, wijsheid en compassie voor nodig is. Dit is het pad van een held. Dit is het pad van ‘verlichting’: letterlijk en figuurlijk.

Saskia Ebus, oktober 2021

*Innerlijke zelfvervreemding overwinnen na trauma.  Het onderscheiden en verenigen van persoonlijkheidsdelen. Janina Fisher. 2018 Uitgeverij Mens!,  Eeserveen (Eerste uitgave 2017, Routledge).